Cockayne Syndroom


Cockayne syndroom (CS) is een zeldzame, erfelijke aandoening, waarvoor momenteel (nog) geen behandeling of genezing bestaat. Er is sprake van een defect in het DNA reparatiemechanisme. Lichaamscellen bij patiënten met CS vernieuwen zich niet op een normale manier, wat leidt tot een vroegtijdig en versneld verouderingsproces. CS is een progressieve aandoening, wat betekent dat de gezondheid van de kinderen achteruit gaat. Eventuele aanwezige, of verworven vaardigheden en lichaamsfuncties gaan verloren. Patiënten met Cockayne Syndroom hebben een lage levensverwachting. De gemiddelde levensverwachting wordt gesteld op ongeveer 12 jaar, maar dit is zeer afhankelijk van de ernst. Kinderen met de ernstigste variant overlijden meestal al voor hun 7e levensjaar. Maar er zijn ook enkele patiënten met een mildere variant bekend, die 30 jaar zijn geworden. Doordat CS bij veel artsen helaas nog vrij onbekend is, herkent men de symptomen vaak pas laat, of helemaal niet. Het geven van een juiste diagnose wordt ook vaak bemoeilijkt, doordat er verschillende varianten van CS zijn. Niet bij alle kinderen, zijn de symptomen meteen bij de geboorte aanwezig. Bij sommige kinderen ontstaan deze pas in de eerste jaren na de geboorte.

 

 

Enkele veel geziene symptomen en problemen bij kinderen met CS:

(Niet alle symptomen hoeven bij elk kind aanwezig te zijn. Ook zijn de symptomen niet altijd meteen bij de geboorte aanwezig, maar deze kunnen ook later ontstaan.)

  • Extreme overgevoeligheid voor zonlicht
  • Cataracts (grijze staar)
  • Ernstige groeiachterstand
  • Microcefalie (klein hoofd)
  • Verstandelijke beperking
  • Diepliggende ogen
  • Voedingsproblemen (sondevoeding)
  • Slecht ontwikkelde witte hersenstof
  • Slechtziendheid / blindheid
  • Retinitis pigmentosa / retinale degeneratie
  •  Verlies van gehoor / doofheid
  • Ernstige motorische problemen
  • Moeilijk lopen / verlies van de mogelijk om te lopen
  • Tremoren (beven)
  • Verlies van spraak
  • Ernstige neurologische problemen
  • Scoliose / Lordose / Kyfose
  • Lever- en nierproblemen
  • Verhoogde bloeddruk
  • (ernstige)Vermagering
  • Haaruitval
  • Tanduitval / tandbederf
  • Epilepsie
  • Huiduitslag / huidinfecties
  • Achterblijven van de puberteit
  • Koude handen en voeten
  • Slaapproblemen
  • Voedingsproblemen
  • Reflux
  • Contracturen

 

Erfelijkheid:

Het erfelijkheidspatroon bij Cockayne Syndroom is autosomaal recessief.  Autosomaal wil zeggen dat het even vaak voorkomt bij jongens als bij meisjes. Recessief betekent dat beide ouders drager zijn van de genafwijking, welke het Cockayne Syndroom veroorzaakt. Bij elke zwangerschap hebben de ouders  dan een kans van 25%, dat het kind Cockayne Syndroom heeft, omdat beide ouders de genafwijking hebben doorgegeven aan het kind.

De onderstaande afbeelding geeft het erfelijkheidspatroon weer.

 

Diagnose:

Er zijn verschillende onderzoeksmogelijkheden waarop de verdenking van deze diagnose bevestigd kan worden.

  • Genetisch onderzoek: Bij het Cockayne Syndroom is er een defect in het NER-systeem (DNA opruimingssysteem). Dit wordt veroorzaakt door een mutatie (afwijking) in de genen. Bij 90% van de patiënten met Cockayne Syndroom wordt een mutatie in het CSA, of CSB gen gevonden. In 10 % van de gevallen gaat het om een andere, nog onbekende mutatie. -CSA (Cockayne Syndrome A) : Door de mutatie in dit gen kan de schade in het DNA niet worden hersteld. De beschadigde DNA cellen worden daarom afgebroken. Ze hebben namelijk geen functie meer. Dit verklaart de snelle verouderingsverschijnselen bij Cockayne Syndroom. Andere benaming voor dit gen zijn ERCC8 of CKN1 -CSB (Cockayne Syndrome B) : een mutatie in dit gen leidt tot overgevoeligheid van UV-licht. Andere benamingen voor dit gen zijn ERCC6 of CKN2. In slechts enkele gevallen wordt een mutatie gevonden op het XPG gen (vaak gaat het dan om een ernstige variant van CS) Nog zeldzamer zijn mutaties op het XPD, XPB, XPF en ERCC1 en XRCC4gen.
  • Huidbiopt: Middels een speciale test, worden huidcellen m.b.v. een huidbiopt (een stukje huid wat wordt weggehaald) onderzocht op gevoeligheid voor UV-licht. Er wordt gekeken naar de RNA en DNA synthese (het herstelvermogen) na UV-schade. Deze is sterk verlaagd bij het Cockayne Syndroom.:
  • MRI / CT-scan: Via een MRI/CT scan kan men aantonen of er sprake is van verdikking van het schedeldak, verkalking, een slecht ontwikkeld witte hersenstof, verdwijning van zenuwvezels, afname van massa in de kleine hersenen of ontsteking v.d. hersenvliezen.

 

Hoe vaak komt Cockayne syndroom voor:

Cockayne Syndroom is een zeer zeldzame aandoening, maar het is moeilijk te zeggen, hoeveel het precies voorkomt. De afgelopen jaren zijn er steeds meer nieuwe patiëntjes ontdekt, mede door de toegenomen mogelijkheden op het gebied van genetisch onderzoek. In 1987 sprak men over minder dan 40 beschreven patiëntjes in de medische literatuur. Inmiddels zijn er al ruim 400 patiëntjes wereldwijd beschreven.

 

Behandeling:

Cockayne syndroom is niet te genezen. Wel kunnen sommige problemen met de juiste zorg en medicijnen behandeld worden voor behoud van een zo lang en zo optimaal mogelijke kwaliteit van leven.

Amy and Friends, Nederland, staat in nauw contact met een aantal in CS gespecialiseerde artsen en wetenschappers en met een groot netwerk van ouders van kinderen met CS, wereldwijd. Voor vragen m.b.t. uw kind, kunt u altijd contact met ons opnemen zodat wij u, indien wenselijk, naar de juiste informatie of specialisten kunnen verwijzen.

De bij de stichting betrokken artsen adviseren regelmatige controlebezoeken bij in ieder geval de volgende specialisten, ook al zijn er op dat moment niet direct zichtbare problemen:

 

controlebezoeken

KinderartsTen minste 3 à 4 x per jaar-Follow up algehele gezondheidstoestand
DiëtistTen minste 3 x per jaarControle m.b.t. voeding , groei en gewicht
-Reflux
-(Ver-)slikproblemen
-Vermagering

Oogarts / orthoptistTen minste 1 x per jaar-Slechtziendheid
-Strabisme (scheelzien)
-Cataracts
-Retinopathie

KNO-arts / Audioloog
Ten minste 1 x per jaar-Gehoorverlies / -doofheid
Neuroloog en orthopeedTen minste 1 à 2 x per jaar-Tremoren (beven) m.n. hoofd en ledematen
-Te hoge spierspanning
-Contracturen
-Loopproblemen
Tandarts / Centrum voor Bijzondere TandheelkundeTenminste 1 à 2 x per jaar
-Tandbederf
-Te weinig plaats in de kaken voor de doorkomende tanden